‘Overcrowding op SEH is betonrot voor spoedzorg’

Categorie: Landelijk

Bron: Zorgvisie 02 jan 2020

SEH’s hebben steeds vaker te maken met overmatige drukte. Ze zijn niet altijd voorbereid op piekbelastingen en er is vaak een gebrek aan beddencapaciteit in ziekenhuizen. Expert Menno Gaakeer pleit voor een herbezinning op het beleid van concentratie van spoedzorg. ‘Ik constateer dat de sluiting van SEH’s de afgelopen jaren niet oplevert wat we ervan verwachten.

Foto: iStock

Het huidige beleid is gericht op concentratie van SEH’s. Vooral fusieziekenhuizen hebben de afgelopen jaren een van hun SEH’s gesloten. Het is makkelijker om 24/7 voor een bezetting te zorgen met voldoende deskundigheid met één SEH dan met twee of drie. Niet alleen is deskundig SEH-personeel schaars, het is ook erg kostbaar om een SEH 24/7 open te houden waar ’s nachts nauwelijks patiënten komen. Concentratie van SEH-zorg lost de financiële en arbeidsmarktproblemen in een klap op. En concentratie levert fusieziekenhuizen een strategisch voordeel op in onderhandelingen met zorgverzekeraars over de zorginkoop. Maar leidt de concentratie van SEH-zorg ook tot betere kwaliteit en minder kosten?

Optimalisatie spoedzorg

Menno Gaakeer, op 13 december 2019 gepromoveerd op de optimalisatie van de SEH-zorg in Nederland, plaatst voorzichtig vraagtekens bij stelling dat de concentratie van SEH’s de spoedzorg beter en betaalbaarder maakt. ‘De aanname is dat een groter volume aan patiënten goed is voor de kwaliteit van zorg op de SEH. Maar er is geen wetenschappelijk onderbouwing voor de stelling dat meer volume leidt tot hogere kwaliteit van spoedzorg. Dat is op SEH’s maar voor zeven diagnoses het geval. We weten niet wat de kwaliteit van SEH-zorg is. We meten de kwaliteit niet. Er is zelfs geen overeenstemming onder experts hoe dat moet. Dat wordt de hoogste tijd. Wat we wel weten is dat de ACM concludeert dat fusies de zorg duurder maken.’

Herbezinning op concentratie

Gaakeer roept daarom op tot een herbezinning op het beleid om SEH’s te concentreren. Hij benadrukt dat de SEH een beschikbaarheidsfunctie heeft. ‘De brandweer is ook 24/7 open. Als die ’s nachts niet zoveel te doen heeft, vinden we dat niet erg. Maar we vinden het wel heel goed dat de brandweer er is. Zo is het ook met de SEH. En als een SEH eenmaal dicht is, kun je hem niet meer opnieuw openen. Sluiting is definitief.’

Traumazorg concentreren

Voor traumazorg, CVA-zorg en aneurysmazorg is onder experts wel consensus dat concentratie goed is voor de kwaliteit. Daarom zijn twintig jaar geleden elf traumacentra vastgesteld. Als mensen zwaar letsel hebben, moeten ze naar een van deze centra. Echter, een op de drie patiënten komt nog steeds in een niet-trauma ziekenhuis. ‘Stop daarmee ziekenhuizen’, zei Ernst Kuipers van het Erasmus MC en voorzitter van het Landelijk netwerk voor acute zorg (LNAZ), onlangs in een lezing.

Gaakeer is het helemaal eens met de concentratie van deze zorg, omdat er bewijs is dat de kwaliteit verbetert. Maar het toont volgens hem ook aan hoe weerbarstig de praktijk is. ‘Ambulancemedewerkers maken soms een verkeerde inschatting. Achteraf is het makkelijk praten, maar mensen komen niet naar de SEH met een diagnose op een voorhoofd. Stel dat iemand buikpijn heeft. Achteraf blijkt dat deze persoon een aneurysma had. Dan kun je achteraf vaststellen dat deze patiënt naar een aneurysmamacentrum (vaak ook een traumacentrum, red.) had gemoeten. Maar moeten we dan alle patiënten met buikpijn naar een traumacentrum sturen? Dan verdrinken de traumacentra.’

Steeds meer opnames

Steeds meer mensen die op de SEH komen, moeten ook worden opgenomen in het ziekenhuis. Dat aantal steeg van 32 procent in 2012 naar 36 procent in 2016. Dat is een van de bevindingen van Gaakeer. Maar opname in het ziekenhuis gaat steeds moeizamer, omdat er onvoldoende beddencapaciteit is op afdelingen. ‘We zetten de deur aan de voorkant open, maar patiënten kunnen er niet uit door de achterdeur. Er is niet voldoende opnamecapaciteit in ziekenhuizen. Dat leidt tot overcrowding op de SEH.’

Overcrowding is als betonrot

‘Ik ben geen principiële tegenstander van de concentratie van spoedzorg’, benadrukt Menno Gaakeer, zelf SEH-arts in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis in Goes. ‘Maar ik constateer dat de sluiting van SEH’s de afgelopen jaren niet oplevert wat we ervan verwachten. Alle SEH’s hebben in toenemende mate te maken met overmatige drukte. Beleidsmakers kunnen wel zeggen dat dit maar in 10 à 15 procent van de tijd het geval is, maar dan staan ze onvoldoende stil bij de gevolgen. Overcrowding op de SEH is betonrot voor spoedzorg. Overmatige drukte is funest voor de kwaliteit en het vreet aan SEH-personeel. Er moet meer aandacht komen voor de extreme werkdruk op de SEH. Die leidt tot complicaties, burn-out en toenemende uitstroom van SEH-medewerkers. Ze ervaren dat werkgevers er niet in slagen om de condities te scheppen waarin ze normaal hun werk kunnen doen en verlaten de spoedzorg. We kunnen opleiden wat we willen, maar als we de uitstroom niet verminderen, redden we het niet.’

Integrale spoedzorg

Voor een soepele instroom, doorstroom en uitstroom op de SEH is een integrale aanpak van spoedzorg nodig. Tussen alle schakels in de keten zou er afstemming moeten zijn over capaciteit, legt Gaakeer uit. De kwaliteitsstandaard spoedzorgketen zou moeten bijdragen aan een meer integrale aanpak. Maar daarover is nog steeds geen consensus. Veldpartijen hebben na vier jaar onderhandelen in april 2019 een voorstel aangeboden aan Zorginstituut Nederland (ZIN). Een van de discussiepunten vormt de aanwezigheid 24/7 van een SEH-arts met minimaal een jaar werkervaring. Aanvankelijk was de eis twee jaar werkervaring, maar onder druk van kleine ziekenhuizen is daar een jaar van gemaakt. Te weinig, vindt Gaakeer: ‘Op de OK of de IC zouden we nooit zo weinig werkervaring accepteren als ondergrens. Het kwaliteitskader legt de lat te laag. Er staat bijvoorbeeld in dat er 24/7 ten minste een SEH-verpleegkundige moet zijn. Maar dat hebben alle SEH’s! De standaard suggereert dus iets dat al lang realiteit is.’

Doorzettingsmacht ZIN

Het ZIN zet zijn doorzettingsmacht in om de impasse te doorbreken. De Kwaliteitsraad van ZIN heeft daartoe op 26 augustus 2019 een hearing gehouden, waarin partijen hun standpunten konden uiteenzetten. De verwachting was dat ZIN in de herfst een knoop zou doorhakken. Maar op de website van ZIN valt te lezen dat dit meer tijd kost. De verwachting is nu dat dit begin 2020 zal gebeuren.

gepubliceerd op: 6 januari 2020